Dit heeft vooral te maken met hoe de Miracast-verbinding tot stand komt tussen het verzendende en ontvangende apparaat. Wanneer een miracast-verbinding tot stand is gebracht, wordt een handdruk tussen beide uitgevoerd, waarbij een retoursignaal van AirServer Connect naar het verzendende apparaat nodig is. De manier waarop Miracast werkt, is dat de ontvanger (AirServer Connect) na de eerste handshake via poort 7250 weer verbinding maakt met de client, doorgaans via TCP-poort 7236. Als de firewall van de client of de netwerkinfrastructuur dit verhindert, zal de verbinding mislukken. Een manier om dit te controleren is door alle firewalls (tijdelijk) uit te schakelen. Ga hiervoor naar Instellingen en selecteer Windows-beveiliging. Hier kunt u firewalls uitschakelen of hun instellingen wijzigen zodat AirServer Connect terug kan communiceren met de laptop.